Bloedcellen
Inleiding
Bloed is de rode vloeistof die door de aderen en slagaderen van het lichaam
stroomt. Het bestaat uit bloedcellen en een vloeistof (bloedplasma). Er zijn
drie soorten cellen: rode en witte bloedcellen, en kleine stukjes van cellen, de
bloedplaatjes. Rode bloedcellen geven het bloed zijn rode kleur en zij zijn
verantwoordelijk voor het transport van zuurstof naar de weefsels. Witte
bloedcellen zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van infecties.
Bloedplaatjes zijn essentieel bij het stoppen van bloedingen doordat ze stolsels
vormen op de plaats van de bloeding.
De productie van bloedcellen
Bloedcellen worden gemaakt van de stamcellen in het beenmerg. Deze stamcellen
vormen rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes, elk afhankelijk van
de behoefte van het lichaam.
Rode bloedcellen
Rode bloedcellen zijn ronde, schijfvormige cellen in het bloed. Zij zijn
verantwoordelijk voor de overdracht van zuurstof uit de longen naar de weefsels
en van kooldioxide uit de weefsels terug naar de longen. Hemoglobine is de stof
in de rode bloedcellen die de zuurstof in de cel vasthoudt. Hemoglobine is een
bijzonder complex molecuul dat bestaat uit 4 eiwitketens. Twee van deze ketens
worden het 'alfa-type' genoemd, terwijl de andere twee ketens van het 'beta-type'
zijn. Deze ketens zijn belangrijk bij de bepaling van het 'type' hemoglobine dat
iemand heeft.
Ziekten van de rode bloedcellen
Onder normale omstandigheden produceert het beenmerg voortdurend rode
bloedcellen. Deze cellen volgroeien in het beenmerg voordat ze worden losgelaten
in het bloed. Na ongeveer 120 dagen sterven ze af en wordt hun plaats ingenomen
door nieuwe rode bloedcellen. Een terugval in het aantal rode bloedcellen wordt
anemie of bloedarmoede genoemd, terwijl een toename in het aantal rode
bloedcellen polycytemie heet. Anemie kan worden veroorzaakt door onder meer:
medicijnen die het beenmerg beïnvloeden; vernietiging van rode bloedcellen door
een infectie of afwijkingen in het hemoglobine; ijzertekort; ijzer wordt
gebruikt voor de opbouw van hemoglobine; onvoldoende vitamine in de voeding,
bijvoorbeeld vitamine B12, dat van invloed is op de productie van rode
bloedcellen. Polycytemie (hoge aantallen rode bloedcellen) wordt aangetroffen
wanneer er sprake is van hart- of longziekten, niertumoren en bij rokers.
Witte bloedcellen
Voor de bestrijding van infecties zijn er vijf soorten witte bloedcellen:
neutrofielen, eosinofielen, basofielen, lymfocyten en monocyten. Neutrofielen en
monocyten zijn van belang voor de bestrijding van infecties in het lichaam.
Eosinofielen zijn van belang bij allergien. Lymfocyten ondersteunen de
ontwikkeling van de weerstand van de mens. Basofielen zijn, samen met de
mastcellen, betrokken bij het ontstekingsproces.
Ziekten van de witte bloedcellen
De belangrijkste ziekte van de witte bloedcellen is leukemie. Bij leukemie
worden bepaalde soorten witte bloedcellen in abnormale hoeveelheden aangemaakt.
Als gevolg van de hoge productie van abnormale witte bloedcellen worden er
onvoldoende normale rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
aangemaakt. Leukemie kan worden geclassificeerd aan de hand van het
overheersende type witte bloedcellen dat abnormaal is, en op basis van het
verloop van de ziekte (acuut of chronisch). Ziekten die het beenmerg aantasten,
kunnen een verminderde productie van witte bloedcellen (leukopenie) veroorzaken.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes worden gevormd uit megakaryocyten in het beenmerg. Bij het stoppen
van bloedingen verklonteren de aanwezige bloedplaatjes tot bloedproppen die de
wond afsluiten.
Ziekten van de bloedplaatjes
De productie van bloedplaatjes in het beenmerg kan afnemen als gevolg van
blootstelling aan giftige chemische stoffen of straling. Hierdoor vermindert het
aantal bloedplaatjes in het bloed (trombocytopenie). Bij patiënten met
trombocytopenie treden eerder bloedingen op. Daarnaast kunnen er aandoeningen
optreden aan de bloedplaatjes zelf, bijvoorbeeld de ziekte van Glanzmann. Bij
deze aandoening is het aantal bloedplaatjes in het bloed normaal, maar zijn de
bloedplaatjes zelf onvolmaakt. Daardoor is er een toegenomen aanleg voor
bloedingen.
Verschillende typen bloedcellen bij verschillende mensen
Bloedcellen verschillen van mens tot mens. Op het oppervlak van elk rood
bloedlichaampje bevinden zich bepaalde stoffen (antigenen) die reageren met het
immuunsysteem van het lichaam. De rode bloedcellen van een persoon worden niet
aangevallen door zijn of haar eigen immuunsysteem, omdat het immuunsysteem de
antigenen van de rode bloedcellen accepteert als deel van het lichaam. Wanneer
de rode bloedcellen van een individu echter aan een ander worden gegeven
(bijvoorbeeld bij een bloedtransfusie), kan het immuunsysteem reageren op de
rode bloedcellen. Deze antigenen kunnen worden onderverdeeld in verschillende
groepen, waarbij alle vergelijkbare antigenen steeds in één groep vallen. De
belangrijkste classificaties zijn het ABO-antigeensysteem, en het
Rh-antigeensysteem (Rh-groepering). 'Rh' staat voor 'Rhesus', omdat deze
antigenen het eerst werden ontdekt bij rhesusapen. Afhankelijk van het type
ABO-antigeen wordt het bloed van een individu geclassificeerd als A, B, AB of O.
Afhankelijk van het type Rh-antigeen wordt het bloed geclassificeerd als
Rh-positief of Rh-negatief. Voordat een bloedtransfusie plaatsvindt, moet daarom
altijd eerst het bloedtype van de ontvanger worden vastgesteld.
eenvoudig schema van de bloedvorming
gedetailleerd schema van de bloedvorming